Archief | oktober, 2015

Canon: la poule est mort, la poule est mort.

26 okt

Truus2 was niet zo lekker. Dat had ze wel eens eerder gehad en toen ging het vanzelf over. Zo beheer ik ook mijn bescheiden veestapel. Laisser faire, laisser passer. Nadat ik eens 50 euro voor de euthanasie van een Russische dwerghamster had betaald snel ik wat minder snel naar de dierenarts. Maar na twee dagen liep Truus2 nog steeds rond met een koppie alsof ze haar ei niet kwijt kon. Aangezien zoon2 met zijn opleiding tot veterinair assistent nog niet aan het hoofdstuk Pluimvee was toegekomen besloot ik te Googlen op ‘kippenziektes en wat te doen?’. U weet wel, dat waar huisartsen en ook dierenartsen van gruwelen. Patiënten komen met hun Google informatie de behandelkamer inlopen en hebben de wijsheid via Internet in pacht. Het staat op het internet dus is het zo.

Dat beseffend zocht ik voorzichtig naar kippenziektes en eventuele huis- tuin- en keukenmiddeltjes. Truus2 had overduidelijk last van een zure krop. Een heerlijke term overigens. De eerstvolgende keer dat ik zwaar getafeld heb ga ik hem gebruiken. De krop is een soort hamsterwang maar dan bij kippen. Dit euvel leek op zich makkelijk te verhelpen. “Houd de kop van de kip lager dan de krop en masseer de weke massa naar buiten.” Laten kotsen dus. Dat lukte niet. Zelfs niet toen ik Truus2 aan haar pootjes ondersteboven in het rond slingerde.

Na deze tour de force had ze natuurlijk erge dorst en behoefte aan iets voedzaams. Omdat ze niet at gaf ik haar wat runderbouillon om te drinken, de kippensmaak was op. En wat olijfolie, dat scheen ook te helpen.

En verdomd! De volgende dag was de haperende krop weg! Hosanna zingend bracht ik haar terug naar het kippenhok. Ze was nog een beetje wankel op de poten maar probeerde alweer vrolijk mee te rennen met de gezusters Truus. ‘s Avonds was ze bekaf of snavelaf, net zo u wilt en ik besloot haar binnen te laten slapen om even nog wat aan te sterken. Wat knoflookolie want dat was ook heel heilzaam volgens Google en Truus2 viel gelukzalig in slaap.

Toen ik de volgende ochtend beneden kwam lag Truus2 plat op haar buik en staken haar kippenpootjes op volstrekt anatomisch onmogelijke houdingen in het rond. “Truus!!” riep ik geschrokken. Langzaam tilde ze één ooglid op en keek me verontschuldigend aan. Onder haar kont lag een gelige nep eisliert die verschrikkelijk naar knoflook rook. Ik heb haar toen in een oude badmat gewikkeld, lekker bij de verwarming. Morgen ga ik haar begraven. Ergens waar de Truzen altijd graag zitten.

Tranenkwartier

9 okt

Tonnie is dood. Dat wilde hij zelf. Onnodig te zeggen dat de mensen die hem liefhadden daar toch wat anders over dachten. Maar daar de dood redelijk onherroepelijk is besloot men dit met pijn in het hart te accepteren.

Nu had Tonnie eigenlijk maandelijks niet zo heel veel geld tot zijn beschikking. Dat wat hij had gaf hij aan zijn kinderen, vriendin en babydochtertje. En een overlijdensrisicoverzekering? Je bent 34, hebt weliswaar een nare ziekte maar dat is toch iets waar je dan wat minder mee bezig bent.

Tonnie is dood en liet zijn gezin en familie achter. Zij begrepen Tonnie en moedig bleven ze achter zijn besluit staan. Maar waar moesten ze Tonnie laten? Geld voor een begrafenis en mooie kist was er niet om maar niet te spreken over een eventuele koffie met biertafel achteraf.

Toen vond er een bijzondere actie en mooie samenwerking plaats. De motorclub waarmee Tonnie bevriend was ( U weet wel, van die enge mannen op een motor) én de katholieke kerk in de Groenestraat (U weet wel, van die enge…o, nee laat maar) besloten geheel belangeloos de uitvaart, kist, dienst, bloemen en koffietafel te regelen en te betalen.

Vanmiddag stonden we daar, voor de kerk. In de verte hoorden we ze al aankomen. Tientallen zwaar ronkende en knetterende motoren die voor de auto waar Tonnie in lag uitreden. Mensen bleven staan onder de indruk van deze imposante rit. Bij de kerk stonden de motoren in een rijenhaag opgesteld en de gashendels werden wijd opengedraaid toen de kist de kerk in werd gedragen. Wij volgden met trillend middenrif, piepende oren en betraande ogen.

Ook na de dienst, op weg naar het kerkhof, begeleidden de luidruchtige machines Tonnie naar zijn laatste rustplek. Gelukkig had zijn familie er aan gedacht om een blikje bier mee te geven in zijn kist voor onderweg.

Toen de dienst echt afgelopen was en iedereen naar het cafe ging voor een laatste heildronk op Tonnie klonk er ergens in de straat een alarm. Een politieauto kwam aanscheuren en zigzagde met gillende sirenes door het publiek heen. Mensen sprongen aan de kant en vluchtten weg. Ik hoorde Tonnie gniffelen in zijn kist met zijn biertje. “Dit keer krijgen jullie me niet te pakken!”.