Archief | december, 2013

kruimeldief deel twee

30 dec

 

Vandaag mocht zoon3 zijn fiets en inbrekersachtig gereedschap ophalen bij het politiebureau. Hij had echter nog geen verlossend telefoontje over de gerechtelijke gang van zaken gehad. Moest hij een boete betalen of 48 uur thee bij bejaarden schenken? Het hele gebeuren had sowieso erg veel indruk op hem gemaakt, het hele weekend wilde hij er maar over praten.

Zo hoorde ik dat er bij het bellen naar de pro-deo advokaat een fout was gemaakt in de benoeming van het delict. Iets met een A of een C. De bewuste man dacht daarom een verdachte van moord en/of doodslag aan te treffen in de cel. Kun je je het voorstellen? Mijn zoon3 met zijn vroom gestijlde kuifje? The big manslaughter van de Betuwe? Gelukkig bleek het een aardige man en bleef hij gezellig een half uurtje kletsen.

Dat was een welkome onderbreking in die zit van zes uur in de politiecel, zonder telefoon en natuurlijk zonder zijn vermeende broeder in het kwaad. Ongelukkigerwijs was er ook helemaal niets te lezen. “Ja “ somberde zoon3  “Er lag één boek, mag jij raden welk “ Nee, het was niet de bijbel maar Wierook en Tranen van Ward Ruyslinck en laat hij dat nou net een maand geleden voor zijn Nederlandse lijst gelezen hebben.

Geheel ontdaan van alles waarmee hij eventueel zijn eigen leven had kunnen beëindigen, denk schoenveters en touwtjes in joggingbroek en capuchon,  wachtte en wachtte mijn kind op verlossing. Die kwam in de vorm van wederhelft maar pas nadat die als een heuse misdadiger gefouilleerd was voor hij de cel in mocht waar zijn jongstgeborene zijn zonden zat te overpeinzen.

Goed, vandaag werden dus de fiets, betonschaar en kruimeldief vrijgegeven en opgehaald. De agente die hem had aangehouden prevelde vele excuses en zei dat er sprake was geweest van een misverstand en er van verdere vervolging werd afgezien. Dus geen taakstraf of boete. Mind you, dit was de agente die die donderdagnacht  “Ik zie aan je ogen dat je liegt “ schreeuwde tegen mijn zoon. Vind ik knap, kan ik zelfs niet altijd.

mijn zoon de kruimeldief

27 dec

Vanochtend ging veel te vroeg de telefoon. Op zo’n tijdstip dat je automatisch denkt “Wie is er dood?” Alle mannen lagen nog te slapen, zoon3 sliep bij een vriend dus gokte ik oma. Het bleek het politiebureau in Arnhem te zijn. Wel ongeveer hetzelfde shockeffect. Of ik de moeder van zoon3 was? In een nanoseconde flitsten er allerlei scenario’s door mijn hoofd, van straalbezopen van de straat geplukt, ontvoerd en verkocht aan enge mannen tot illegaal vuurwerk afknallend slachtoffer.

Zoon3 was samen met vriend1 staande gehouden omdat ze fietsend en al nog een derde fiets meesleepten. Ook had zoon3 een betonschaar in zijn handen. Ja, dat ziet er verdacht uit tegen vijf uur in de ochtend. De verklaring die zij gaven voor het in bezit hebben van een ouwe fiets met opengebroken slot werd niet geloofd en ze moesten mee naar het bureau. De agente zei dat ze zouden bellen als zoon3 klaar was.

Daar zat ik dan. Ik voelde me een beetje witjes en uiteraard kon ik me niet voorstellen dat mijn kind een oude fiets zou stelen. Of ander ergs verkeerd doen. De uren verstreken en inmiddels had ik al vijf taarten met een vijl er in gebakken, een strafplan opgezet en me opgegeven voor de zelfhulpgroep ‘Ouders van jonge delinquenten’. Ik was ook een beetje misselijk.

Tegen twaalf uur werden we gebeld en moest wederhelft naar het bureau om aanwezig te zijn tijdens het verhoor. Toen ze om twee uur nog niet terug waren gleed ik langzaam doch zeker in een opvoedkundige depressie. Waar was ik de fout ingegaan? Toch dat ene wijntje tijdens de zwangerschap? Had ik criminele genen? Kwam mijn kind aandacht tekort?

Eindelijk kwam hij thuis, mijn zoon, de seriemoordenaar, met een wit snoetje. “Nou, vertel maar “ zei ik. En dat deed hij. Hij was met twee vrienden vrolijk van het ene adres naar het andere aan het fietsen geweest. Jolige stemming zeker nadat ze bij een afvalcontainer een oude kruimeldief en de restanten van een keukenblender vonden. Ja, ik weet ‘t, je moet jong zijn om daar de lol van in te zien, een kruimeldief als zogenaamd laserpistool gebruiken.

Toen ze bij het huis van een andere vriend aankwamen brak het sleuteltje van de fiets van vriend2 in het slot af. Geen nood, zoon3 fietste snel naar ons huis en haalde daar de betonschaar uit de schuur. Dit duurde allemaal wat langer en vriend2, de ondankbare hond, was alvast lopend naar huis. Zeker de beroerdste niet, besloten zoon3 en vriend1 toch zijn fiets mee te nemen naar het belendende dorp alwaar overnacht zou worden. En toen ging het mis.

De langs rijdende politieauto zag die twee jongens met drie fietsen voorbij komen en de betonschaar stak overduidelijk uit de rugzak van zoon3. Daarnaast had vriend1 ook nog eens de pech een wat donkerder vel te hebben dan de gemiddelde Nederlander en dan zie je er blijkbaar verdachter uit.

Maar toen de agent met een ‘AHA-kreet’ die ouwe kruimeldief uit de tas haalde was het een uitgemaakte zaak. Hup, mee naar het bureau! Zes uur duurde het voordat het ze eindelijk duidelijk werd dat hier sprake was van een misverstand.

Vanavond heeft zoon3 een feestje. Gelukkig staat zijn fiets nog op het politiebureau. Mag ik hem lekker halen en brengen. En kan ik uitslapen morgenochtend.

mooie tieten

25 dec

Ik sta op een wachtlijst. Niet zo maar ééntje maar één waar ik op een operatie wacht. Niet voor hemeltergende spoedklussen want dan zou het geen wachtlijst zijn. Nee, deze operatie zal het sensationeel transplanteren van enkele lymfeklieren vanuit mijn lies naar mijn oksel behelzen. Daar waren namelijk alle lymfeklieren verwijderd en dat bracht in de praktijk toch wat moeilijkheden met zich mee.

Na drie aardappels schillen voelde het alsof mijn hand eraf viel, een avondje biljarten leverde mij een olifantenpoot op en voor het afvegen van mijn billen kon ik wel een Alpha-hulp gebruiken. De oefeningen van de gespecialiseerde fysiotherapeute zetten te weinig zoden aan de dijk vandaar dat ik een afspraak maakte met de behandelend chirurg.

Met een geoefend oog bekeek de beste man mijn getormenteerde bovenlichaam. Let wel, naast een zeven jaar oude semi Baywatch prothese, kampten mijn spieren en pezen bij mijn rechteroksel met de gevolgen van de bestralingssessies. Denk verkrampt en gekrompen en dan heb je waarschijnlijk het goede beeld erbij. Fraai was het plaatje niet.

Hij kwam vrij snel tot een conclusie.  “Die prothese gaat eruit, van je buikvetweefsel (kuch, had ik dat dan ?) maken we een nieuwe borst en tegelijkertijd plaatsen we wat lymfeklieren in je oksel”. Zo makkelijk bracht hij dat. Gewoon bij Albert Hein, zou je bijna zeggen.

Hij zei wel dat die operatie een uurtje of vijf zou duren. Maakte mij niet uit, ik zou toch de hele tijd slapen en een paar uur later wakker worden als de nieuwe Centerfold van Hugh. Strakke buik én strakke tieten.

Nu was ik afgelopen zaterdag toevallig bij iemand die deze operatie een maand of wat geleden had ondergaan. “Moet je eens kijken” zei zij blij en ik volgde haar richting keuken. Ze tilde haar t-shirt omhoog, daar stond ‘BITCH’ op maar dat kan toeval zijn geweest, en ik zag twee borsten zoals God het  bedoeld had.

Helemáál blij werd ik toen ze haar ‘ontborstte’ ( is geen werkwoord, weet ik ) buik liet zien. Strak! Glad! Pré-zwangerschap! Hiemelhochjauchzend ging ik die avond stappen. Alles zou weer goed komen! Ik beloofde de mannelijke helft van mijn gezelschap  dat ik, eenmaal compleet hersteld, een avondvullende striptease zou opvoeren. Ik schijn ook nog wat over een paal en dansen geroepen te hebben maar daar hebben we nog wel een keer over.

concertje doen

23 dec

 

We hadden kaartjes voor een concert in Utrecht. Dvorak met zijn symfonie From The New World. Vroeger die elpee helemaal grijs gedraaid dus onnodig te vermelden dat ik hier heel veel zin in had. De spoorweggoden waren ons gunstig gestemd en precies op tijd werden wij uit de stadsbus gegooid en trippelden als ware pioniers op het concertgebouw af.

(Noot: Dvorak probeerde in zijn Negende Symfonie het emigreren naar Amerika te vangen in muziek met beelden van de prairie en wilde Indianendansen. Met een martiaal thema, gebouwd op de drieklank e-klein)

(Nog een noot: Dit zijn niet mijn woorden, ik zou ook niet gauw spreken over lustige fluitthema’s en pittige ritmiek. Maar dat stond op het A-viertje dat we bij de ingang kregen.)

In de foyer hadden zich al tientallen mensen verzameld en ietwat geschrokken constateerden wij dat wij lichtelijk ‘underdressed’ waren. Het voor negentig procent uit grijze hoofden bestaande publiek had zich geheel stemmig gekleed in zwart met rode kleuraccenten, hoge hakjes en glimmend goud. Men nipte groepsgewijs aan kopjes thee en kruimeltjes koek werden met een kanten zakdoekje discreet verwijderd van de rode lipjes.

In versleten spijkerbroek, afgetrapte laarsjes en flodderige adidasjasjes werden wij nuffig van uit duizelingwekkende cultuurhoogte bekeken. Wij besloten dan ook om de thee over te slaan en bestelden een biertje. Gelukkig zag ik twee tienermeisjes en waren we niet langer de jongste van alle bezoekers.

Na een half uurtje klonk er een bescheiden belletje en werden de sierlijke palen met glimmende touwen verwijderd zodat de deuren open konden. Onze plaatsen waren bijna bovenin,  wij hadden een goed zicht op het orkest én op alle grijze hoofden in de zaal.

Voor de pauze werd er een concert voor cello en orkest uitgevoerd met als soliste een blom van amper zestien. Ik krijg dan altijd moederlijke bibbergevoelens voor zo’n wonderkind en bid en hoop dat ze alle noten zuiver uit dat joekel van een instrument kan krijgen. Dit bleek geen probleem, vol passie zwiepten haar jonge meisjesborsten bijna uit haar groene galajurk.

Goed, maar daar kwamen wij niet voor. Dat moet de tubaspeler ook gedacht hebben want na vijf noten was zijn rol uitgespeeld en zat hij twee kwartier met zijn armen over elkaar. In de pauze werd er verder genipt maar dan nu gewaagd aan de glaasjes witte wijn. Er liepen nog wel wat hoogbejaarde mannetjes te balanceren met kopjes heet water en aan hun pink een theezakje maar de stemming in de foyer werd steeds luidruchtiger.

Dit paste wel met het vooruitzicht van de Negende, die na de pauze vertolkt zou worden. Hierbij werden pauken, waldhoorns en ander koperwerk niet gespaard en had je het gevoel door een kracht van Mig nog wattes overspoeld te raken. En dat was heel mooi, daar kan geen cd-tje tegenop.

Nagenietend stonden wij, met nog zo’n zestig anderen te wachten op de bus naar het Centraal Station.  Als slaven op elkaar gepropt in een schip naar De Nieuwe Wereld reden we naar het centrum, de deuren konden niet meer dicht omdat we volgens de chauffeur voor het oog stonden, gelipstickte lipjes vloeiden langzaam uit, hier en daar viel een toupet op de grond en panty’s werden genadeloos aan ladders geregen. Eindelijk hoorden we er een beetje bij.

wie de schoen past…

18 dec

Zoon3 had sinds een maand of drie een bijbaantje. Bij een schoenendiscount, tien kilometer verderop. Hij hoefde niet iedere week te werken maar hier en daar een donderdagavond of een zaterdagmiddag. Tijdens het sollicitatiegesprek werden hem vragen gesteld als “Waarom wil je graag bij ons werken?”  als betrof het een levensdoel. Hij antwoordde politiek correct dat hij het leuk vond om mensen te helpen ( ja, ja, uit de losse pols) en dat stukje van geld verdienen liet hij wijselijk weg.

Na een korte inwerkmiddag ( hij zit op de Havo dus hoe moeilijk kan het zijn?) ging ons middenstandertje aan de slag. Zijn te verdienen salaris had hij inmiddels al drie keer uitgegeven dus An Die Arbeit! Helemaal ingesteld op lispelende ouwe mevrouwtjes die hun maat niet konden vinden, slingerde hij zich op zijn fietsje en vertrok richting dorp in een heus  echt bedrijfs poloshirtje.

De eerste donderdagavond viel een beetje tegen. Geen dringende mensenmassa’s die hem om raad en bijstand vroegen en tegen half negen moesten ze gaan “Neuzen”.  Ja, ja, ik heb ook gevraagd of ik hem goed verstaan had, hoor!  Maar “Neuzen” bleek een algemeen aanvaardde term in de discount schoenhandel te zijn voor het netjes terug plaatsen van schoenen in de opengeklapte dozen.

Wel had hij een oud mevrouwtje geholpen die om een pas-sok vroeg. Groen als hij was, fluisterde hij witjes om zijn neus tegen collega-bijbaantje-jongen om hulp. Collega-bijbaantje-jongen wees naar een schurftig bosje sokken dat boven aan het rek hing.

Goed, zoon3 werd in die drie maanden her en der ingeroosterd en ik waste braaf iedere keer het heus  echte bedrijfs shirtje. Tot een week geleden. Zoon3 kwam ietwat ontstemd de woonkamer binnen en zei: “Ik denk dat ik mijn baan kwijt ben.” Wij kijken nergens meer van op in deze crisistijden maar waren wel benieuwd waarom.

Wat bleek, ons bijbaantjeskind had van de filiaalmanager een toets/ kennisproeve, wat u wilt , van drieëntwintig modules meegekregen om te maken en binnen twee dagen in te leveren. Na twee uur had zoon3 anderhalve module af. Hij moest antwoorden zoeken bij vragen als “Hoelang duurt een orthopedische opleiding?”, “Hoe is de menselijke voet opgebouwd?”, “Wat te doen met een klant die blaren heeft? “ en “Hoe wordt een steunzool gemaakt”.

Ik geloof dat ik al vertelde dat hij bij een schoenendiscount werkt.  Niet Fred de la Bretonniere of zelfs maar Mannfield. Neen, een zaak waar je naar toe gaat als je gympies zoekt die een half jaar meegaan of regenlaarzen.

Zoon3 kreeg te horen dat als hij zijn toets cq schoenproef niet binnen vierentwintig uur inleverde, hij zijn baantje wel kon vergeten.  Ik moest heel erg lachen. En ik had zin om die filiaalmanager van net twintig met een vers VMBO diploma, eens flink om de oren te slaan. Met een schoen, uiteraard.

Morgen gaat zoon3 naar Appie. Misschien kunnen zij nog een weekendkracht gebruiken.

twittertweetupje

15 dec

 

Zaterdagmiddag ging ik op pad naar Utrecht. Daar had ik afgesproken met drie andere vrouwen die ik kende van Twitter. Nu gingen wij de IRL-proef doen. Waren we in het echt ook zo leuk, gevat en aardig? Blijft altijd een gok net als reizen met de trein. Vandaar dat ik ruimschoots op tijd op een winderig stationnetje in de Betuwe stond te wachten op de trein naar Utrecht.

Tien minuten te vroeg arriveerde ik bij het trendy eet en drinkcafe. U weet wel, met lounge banken, veel zwart en grijs en witte lelies in de vaas. Ook al hadden we bijna allemaal een foto van onszelf als ava op Twitter, in het echt ziet men er toch vaak anders uit. Ik keek snel het trendy eet en drinkcafe rond maar zag niemand die ook maar in de buurt kwam van één van de drie foto’s.

Ik ging aan de leestafel zitten wachten, een spiedend oog gericht op de twee toegangsdeuren. Na tien minuten kreeg ik een SMS van Tweep1, de trein had vertraging en het zou iets later worden. Geen probleem, vanuit mijn positie kon ik ook heerlijk naar het winkelend publiek kijken. En laat u niks wijsmaken, hoor! Er is helemaal geen crisis! Daarvoor zag ik iets teveel tasjes van dure merken, schoenen en elektronicawinkels voorbij komen.

Na tien minuten arriveerde Tweep1 en na nog eens een kwartier een wanhopig SMS-je van Tweep2. Waar we bleven! ‘Wij zijn er al!!’ zonden we aan haar mobiel. Zat ze misschien in het verkeerde trendy  eet en drinkcafe? Nee, het adres was goed en dat betekende dat Tweep2 zich toch ergens in die ruimte moest bevinden. En dat klopte ook, er was een hoekje dat we over het oog hadden gezien en daar zat Tweep2 al een half uur op ons te wachten.

Door dit hilarische voorval wisten we zeker dat het een vrolijke boel zou worden. Laat de wijn maar komen, riepen wij veel te luid naar de ober! Halverwege ons eerste glas belde Tweep3 hevig ontstemd en verdwaald in het doolhof dat Hoog Catharijne heet. Na vier keer dezelfde bedelaar te zijn tegengekomen realiseerde ze zich dat ze in een kringetje rondliep.

Via onze mobiele telefoons loodsten wij haar echter naar de juiste uitgang en konden we elkaar eindelijk allemaal in de armen sluiten. Bij fles nummer twee raakten we al aardig in een jolige stemming en voor de vorm bestelden we een late lunch. Regelmatig gleden wij van het lachen van onze stoelen en er werden steeds meer kleding stukken uitgedaan. Dat vier vrouwen van eind veertig een hoop kabaal kunnen maken was de rest van de clientèle ook vrij snel duidelijk.

Maar wederom bleek dus weer eens dat als je op Twitter een leuk contact hebt, dat dat meestal in het echte leven ook zo is. Ons gezelschap werd rumoeriger en luidruchtiger. We werden niet weggekeken door het bedienend personeel maar toen we na herhaaldelijk vragen geen nieuwe fles wijn meer kregen besloten we te gaan.

Buiten op het terras rookten we nog een sigaret alvorens ons weer in de treinen te werpen die ons verspreid over het land zouden afzetten. De ober was het terras al aan het opruimen maar speciaal voor ons mocht het bankje waarop wij zaten nog even blijven staan.

Toen uiteindelijk iedereen in de juiste trein zat gingen we natuurlijk even twitteren met elkaar…

tien minuten

10 dec

 

Omdat zoon3 eigenlijk niet zo’n heel fantastisch rapport had besloot ik dan toch maar eens een ouderavond cq tien-minuten-gesprek aan te vragen. Dat was nooit eerder nodig geweest bij hem. Zeg nou zelf, met goede cijfers offer je echt je avond niet op. Dus kruiste ik een ‘Ja ‘ aan achter Mentorgesprek.

Door ervaringen met het onderwijzend personeel van zonen1 en 2 wist ik inmiddels wel dat ik de gemiddelde docent van tegenwoordig makkelijk tot één van mijn kinderen kon rekenen, qua leeftijd dan. Ze worden steeds jonger, in het ziekenhuis is dat overigens ook zo maar dat is een ander verhaal/ stukkie.

Zoon3 had dit jaar een man als mentor en op mijn vraag wat zijn leeftijd was zei hij “Oud, een jaar of veertig”.  Kuch… Voor de zekerheid trok ik toch mijn korte jurkje met diep decolleté aan, alles voor de toekomst van mijn zonen.

In een muf ruikend trappenhuis, met hier en daar verfrommelde rapporten, klauterden we een etage of drie omhoog. De mentor stond ons al op te wachten en we mochten meteen plaatsnemen in het lokaal. ( wiskunde, de obligate Escherposters ontbraken uiteraard niet.)

Big screen, full colour was het rapport van zoon3 geprojecteerd op een witte muur terwijl ik het thuis nou juist achter de boeken had weggemoffeld. De mentor keek van de muur naar zoon en vroeg “Wat denk je hier aan te gaan doen?” ( Dit is een verwant van de vraag “Wat vind je er zelf van?” bij functioneringsgesprekken die eigenlijk wettelijk verboden zou moeten worden. De vraag dan, hé?)

Uiteraard stak zoon3 toen het bekende riedeltje af, beter vooruit plannen en meer zijn best doen. Binnen tien minuten stonden we weer op de gang nadat ik voor de zekerheid nog even met mijn rood gelaarsde benen had gewapperd.

Op de terugweg hoorde ik zoon3 achterin de auto gniffelen tegen zijn mobiel. Collega scholier kwam ook net van de ouderavond. Zijn ouders hadden om een onderzoek door de schoolpsycholoog gevraagd omdat zoonlief teveel chaos in zijn hoofd zou hebben. Snikkend van het lachen SMS-te het vriendje: “Wha ha! Ik doe gewoon geen flikker!!”

Ik heb ooit eens een rapport met zes onvoldoendes gehad. Met mij is het ook goedgekomen. Daar houd ik me maar aanvast.

Op kamers wonen

7 dec

 

Mijn studententijd begon ik op een kamertje driehoog bij een Surinaams Hindoestaans echtpaar op tweehoog, in de Utrechtse schepenbuurt. Het waren lieve mensen, ik mocht iedere dinsdag bij hun in de overdadig vergulde woonkamer Dallas kijken. Echter, toen ik het Louis XIV-behang  in mijn gehuurde kamertje wit had geverfd bekoelde de relatie ietwat. Vooral omdat halverwege de verf op was en ik geen geld had voor nog een blik.

Na twee maanden kon ik een kamer krijgen in dé integratiewijk van Utrecht, Kanaleneiland. Het voordeel van deze kamer was dat ik alleen met een studiegenote de keuken en badkamer deelde. Alleen als de huisbaas nachtdienst draaide moesten we bedacht en vooral bekleed de douche uitkruipen. En mannenbezoek was overigens ook uit den boze. Wij hadden vrij veel broers, indertijd.

Op deze etage creëerden we een waar en heus mediahol; boeken, kranten, stapels blanco papier en twee typemachines. Ja, lieve kijkbuiskinderen, we hebben het hier over 1982. Tekstverwerkers waren nog niet beschikbaar voor de gewone burger en tijdens de studie Journalistiek werkten wij op van die bakbeesten met groene lettertjes. En die waren heel modern toen.

Berichten en informatiekrantjes werden toen nog gewoon daadwerkelijk in je postvakje gedumpt. Nee, ‘postvakje’ stond niet voor je emailaccount maar voor een getimmerd vakje op een grote muur. Mijn PV nummer was PV23 en daar haalde ik elke dag opdrachten, beoordelingen en soms ware liefdesverklaringen incluis rode roos uit.

Na drie maanden in ons journalistieke zoldernest kregen we via een studiegenoot het aanbod om een heus, heel echt , vers gebouwd grotemensenhuis te huren. Diegene die op de wachtlijst  hadden gestaan zagen er van af en door wat gesjoemel met achternamen konden wij na twee weken met zijn vieren dit krakendvers nieuwbouwhuis betrekken in een vinex-wijk die toen nog geen vinexwijk heette.

Het huis had een grote tuin en die hadden wij al snel omgebouwd tot een pompoen en wietplantage. De gezamelijke woonkamer had na een maand of drie dezelfde uitstraling. Er zat nog bouwbehang op de muren dat pas na een maand of wat overgeschilderd cq behangen mocht worden. Daarom vroegen wij iedere bezoekende mede-student iets in woorden of tekening achter te laten op onze muren.*noot.

*Zelfs na vier vette dikke lagen latex van de Kwantumhallen bleken de meest opruiende teksten toch nog door te schemeren en bleef het ‘Op naar de barricades-gevoel’ lang na sudderen.

Tot ons afstuderen hebben wij daar gewoond, weliswaar onderling ruilend van partner en weer terug maar toch. Het appartement staat er nog steeds natuurlijk. Soms bekruipt me de behoefte om te loeren naar de mensen die er nu in wonen. Ik denk wel dat de wietplantage inmiddels is weggekapt. Niemand wil toch een brandnetelveldje in zijn tuin?

Snikkelaas

5 dec

 

Half Nederland werkt zich weer in het zweet deze dagen om de perfecte surprise en het meest literaire gedicht ooit te produceren. Deuren waarop bordjes met Verboden Toegang hangen en een alles doordringende geur van verf en lijmstoffen in huis. Nog maar niet te spreken over het continue zoek zijnde synoniemen- en rijmboek.

Zo’n vijfentwintig jaar geleden vierde ik nog Sinterklaas bij opa en oma. Alle tantes, oomes, neven en nichten en kleingrut waren aanwezig. Zo werd daar mijn toenmalige vriendje, nu mijn wederhelft,  te grazen genomen op 5 december. Aangezien hij werkzaam was als accountmanager bij een parketbedrijf lagen er, bij wijze van surprise, stapels houten plankjes klaar en mocht hij ter plekke een parketvloertje leggen. Zijn giftige wilde blikken naar mij negeerde ik natuurlijk en ik was blij dat ik hem niet van tevoren over deze vuurdoop had verteld.

Gedichten waren nietsontziend en mensonterend. Het kleinste misstapje dat je gemaakt had dat afgelopen jaar stond garant voor een bulderend gelach van de familie en een voor jou vernederende tien minuten. Dat ik ooit eens in een politiecel in Kijkduin had gezeten ( een uurtje maar, hoor!) was genoeg om mij voor altijd de familiecrimineel te maken en hier minstens nog vijf jaar in dichtvorm op terug te komen.

Toen mijn broer en ik zelf kleine kinderen hadden vierden we Sinterklaas bij onze vader en vrouwlief. Hier lag het accent wat minder op surprises dan voorheen omdat kleine kinderen natuurlijk onbeschoft veel kadootjes willen krijgen en geef ze eens ongelijk. Gedichten werden met enige spoed gedeclameerd omdat de grote stapel kadoos teveel vroeg van het uithoudingsvermogen van het nageslacht.

Het gevolg van die wekenlange opgehitste spanning en wensvolle dromen was wel dat nichtje van toen vijf, uitgebreid over de designbank van opa heenkotste nog voor er een pakje was uitgepakt en zoon3 een bibberlip kreeg bij het ontvangen van een Bob de Bouwer knuffel want hij had zo graag een levensgrote graafmachine gehad.

En laten wij ons vooral niet verbazen over de drukte morgen in alle speelgoedwinkels en giftshops. Nog drukker dan voor Sinterklaas. Dan wordt namelijk alles geruild….

prins appie de kroanige

1 dec

 

Nou ben ik in Maastricht geboren. En heb tot mijn achttiende in Nijmegen gewoond. Dan zou je zeggen dat ik qua carnaval toch redelijk ingeburgerd zou moeten zijn. Niets is minder waar. Heb ooit eens in een roze overall meegedeinst in een kroeg op  het nummer  “ Haar naam was Bloody Mary ” maar daar is het toch wel bij gebleven. Toen ik dus een heuse uitnodiging kreeg voor een prins carnaval’s  receptie, zocht ik naarstig naar die roze overall. Gelukkig bleek al gauw dat we niet uitgedost hoefden te verschijnen.

Eén van onze biljartvrienden was de eer  ten deel gevallen de taak van Prins Carnaval 2014 op zich te nemen.  Om dit heugelijk feit meer dan vaak te vieren gaf hij een prinsenreceptie in onze stamkroeg, eind november. Vol  goede verwachtingen togen wij Lent-waarts.

En daar stond onze prins carnaval, helemaal klaar voor het gebeuren met twee, in te krappe galajurken gestoken pages aan zijn zijde. Met een idiote strakke witte maillot en een pover prins carnaval’s sceptertje stond prins Appie de Kroanige daar te glimmen tussen die meisjes.

Gelukkig waren wij vroeg ter plekke zodat het meegebrachte kado nog in nuchtere staat kon worden uitgepakt. Maar toen begon al snel het bier te vloeien. Veel familieleden en vrienden kwamen de kroeg in rollen en toen de eerste collega prins carnaval met zijn gevolg binnenkwam was de sfeer al aardig richting “ Brabantse nachten zijn lang” en “Bij Hoevelaken rechtsaf”.

Op zo’n receptie is het gebruikelijk dat je als prins de andere prinsen van de omliggende dorpen en steden uitnodigt voor deze warming-up. Met de komst van prins carnaval uit Knotsenburg ( Nijmegen voor de onwetenden onder u) kreeg de stemming  een bijzonder hoog alaaf-gehalte. Al hossend op zijn eigen  carnavalskraker kwam deze binnen en vanuit mijn ooghoek zag ik schuchtere pogingen tot een polonaise. Oei, oppassen geblazen!

Binnen een mum van tijd was het kleine kroegje gevuld met volwassen mannen die zoveel en zulke grote veren op hun mutsen droegen dat het net leek alsof je een BBC-documentaire over de inheemse vogelrassen van Zuid Afrika zat te kijken. Hoe meer de middag vorderde hoe woester en wilder die veren in de rondte bewogen.  Prijsbekers werden per ongeluk van schapjes  gemaaid en de prins carnaval uit het Keulen van Gelderland (Groesbeek, voor de onwetenden onder u) stond met zijn pluimage net iets te dicht bij een brandende lamp zodat zijn veren spontaan in brand vlogen.

En nou kunnen die prinsen wel zeggen dat het fazantenveren zijn op hun muts maar dat geloof ik dus mooi niet. Ja, misschien van een prehistorisch, reeds lang uitgestorven soort want gezien de lengte van die veren moet die fazant toch echt wel een metertje of twee zijn geweest.

Nadat alle aanwezige mannen in de kroeg met de hoogblonde page van Appie de Kroanige op de foto waren gezet en opvallend weinig met de prins himself, verlieten de prinsen het lokaal om zich in de naburige gemeente opnieuw te laten onthalen. Wij plukten een verdwaalde confetti van onze schouders  en gingen ietwat ontheemd op zoek naar een restaurant.